In het Dashboard Onderwijs-Arbeidsmarkt Technologie is er speciale aandacht voor de (onderwijs)loopbanen van mannen en vrouwen. Binnen het thema havo/vwo zijn data verzameld om antwoord te vinden op de volgende vragen: kiezen jongens of meiden vaker voor een bètatechnisch profiel op havo en vwo? In welke verhoudingen/ratio’s jongens en meiden resulteert dat in de klas? Hoe zit het met doorstroom naar bètatechnische opleidingen in het hoger onderwijs? En wat zeggen de trends van de afgelopen tien jaar?
De onderwijsdata worden jaarlijks geüpdatet. Het betreft hier een update van 27 juni 2024.
M/V: aandeel havo/vwo-leerlingen met N-profiel (4e leerjaar) | Waar in 2013/14 jongens beduidend vaker kozen voor een Natuur en Gezondheid en/of Natuur en Techniek (N-profiel) dan meiden (53% tegenover 44%), is dat in 2023/24 niet meer het geval: 46% van de meiden en 46% van de jongens kiest voor bètatechniek. Wanneer je de trends over tien jaar bekijkt, is het aandeel meiden met een N-profiel toegenomen met 2 procentpunt, en bij jongens afgenomen met 7 procentpunt.
Op de havo is het aandeel jongens en meiden dat kiest voor een N-profiel voor het eerst gelijk in 2022/23 (36%) en dit is nog steeds zo in 2023/24 (37%). In de afgelopen tien jaar gaat het om een toename van 2 procentpunt bij meiden, en een afname van 9 procentpunt bij jongens.
Op het vwo is het aandeel meiden dat kiest voor een N-profiel voor het eerst hoger (60%) dan het aandeel jongens (59%) dat kiest voor een N-profiel. Bekeken over een tijdsbestek van tien jaar vond op het vwo een stijging plaats van 4 procentpunt van het aandeel meiden dat kiest voor een N-profiel, tegenover een afname van 6 procentpunt van de jongens.
Ratio m/v havo/vwo-leerlingen met N-profiel (4e leerjaar) | De verhouding van aantallen jongens en meiden in de bètatechnische profielen in het vierde leerjaar van de havo en het vwo tezamen, is vrij goed in balans. Deze trend is terug te zien over de afgelopen tien jaar, waarbij wel zichtbaar is dat meiden over de tijd iets sterker raken vertegenwoordigd. In 2013/14 bestonden de klassen van de natuurprofielen gemiddeld uit 47% meiden, tegenover 53% jongens. In 2023/24 bestaat de verdeling van het aantal havo/vwo-leerlingen met een bètatechnisch profiel uit 51% meiden en 49% jongens.
Op de havo zijn in 2023/24 de meiden en de jongens met een N-profiel evenveel vertegenwoordigd, met een ratio van 50% meiden om 50% jongens. Tien jaar geleden waren in het vierde leerjaar de jongens juist in de meerderheid in de natuurprofielen: 56% jongens om 44% meiden.
Wanneer je kijkt naar de verdeling van jongens en meiden met een N-profiel in het vierde leerjaar van het vwo, dan zijn de meiden in 2023/24 iets in de meerderheid: 53% meiden tegenover 47% jongens. In 2013/14 lag de verhouding op 49% meiden en 51% jongens.
M/V: doorstroom havo/vwo-leerlingen met N-profiel naar bètatechnische opleiding in ho | Jongens stromen vanuit havo/vwo veel vaker door naar een bètatechnische opleiding in het hoger onderwijs dan meiden. Van de havo/vwo gediplomeerden met een N-profiel in 2022/23 gaat het om 72% van de jongens tegenover 39% van de meiden. Van alle havo/vwo gediplomeerden in totaal (het filter ‘Profiel’ ingesteld op ‘All’) in 2022/23 stroomt 43% van de jongens door naar een bètatechnische opleiding, tegenover 21% van de meiden. Van degenen die diplomeren met een maatschappijprofiel (‘Profiel’ ingesteld op ‘Maatschappij’) stromen jongens ook vaker door naar bètatechnisch hoger onderwijs dan meiden (15% van de jongens tegenover 5% van de meiden).
Op de havo is het verschil in studiekeuze (bètatechniek) tussen jongens en meiden groter dan op het vwo. 70% van de jongens die een havo-diploma met een N-profiel haalde in 2022/23, stroomde door naar een bètatechnische opleiding in het hoger onderwijs. Dit gold voor 28% van de meiden met een N-profiel. Zowel bij jongens als meiden is er sprake van een toename ten opzichte van het jaar ervoor (2021/22). Bij meiden gaat het om een kleine stijging van 27% tot 28%; bij jongens om een aanzienlijke toename van 65% naar 70%.
In 2021/22 koos 72% van de jongens voor een bètatechnische opleiding in het ho, en dit aandeel nam afgelopen jaar (gediplomeerden 2022/23) met 2 procentpunt toe tot 74%. Bij meiden is het aandeel 47% en is daarmee in 2022/23 hetzelfde als het jaar ervoor (gelijkgebleven).
Ratio m/v havo/vwo-leerlingen met N-profiel die doorstromen naar een bètatechnische opleiding in het ho | Van de gediplomeerden met een N-profiel die vanuit havo/vwo naar een bètatechnische opleiding in het hoger onderwijs doorstromen, bestaat het merendeel uit jongens als je kijkt naar aantallen. In 2022/23 gaat het om een ratio van 65% jongens tegenover 35% meiden. Het laatste jaar (gediplomeerden 2022/23) is de verhouding iets meer uit balans dan het jaar ervoor, toen betrof het 38% meiden tegenover 62% jongens (gediplomeerden 2021/22). De verhouding is de afgelopen tien jaar wel naar elkaar toegegroeid. In 2012/13 lag de verhouding op 31% meiden tegenover 69% jongens.
Met name vanuit de havo is er een groot geslachtsverschil bij doorstroom naar bètatechnisch hoger onderwijs. In 2022/23 bestaat de ratio uit 28% meiden en 72% jongens.
Ook na het behalen van een vwo-diploma met N-profiel, zijn meiden in de minderheid bij het absolute aantal doorstromers naar bètatechnische opleidingen. Dit verschil is echter minder groot dan vanuit de havo. In 2022/23 bestond de ratio uit 39% meiden en 61% jongens.