JetNet stopt als landelijk programma, maar gaat regionaal verder

JetNet werd in 2002 opgericht door multinationals zoals Philips, Shell en DSM als antwoord op de zorgwekkende afname van jongeren die voor technische studies kozen. Deze bedrijven zagen de noodzaak om al in het voortgezet onderwijs aandacht te besteden aan technologie, met als doel leerlingen een realistischer beeld te geven van de sector. Via gastlessen, bedrijfsbezoeken en landelijke activiteiten zoals Career Days en Docentendagen wisten scholen en bedrijven elkaar te vinden en de interesse van jongeren in techniek te vergroten.

Hoewel de landelijke aansturing stopt, blijft het concept regionaal voortleven. De kennis en ervaring die zijn opgebouwd, worden verder uitgebouwd binnen andere programma's en regionale netwerken. "De samenwerking tussen scholen en bedrijven is stevig verankerd", aldus Sebastiaan Smit, domeinleider po-vo bij Platform Talent voor Technologie. "Regionaal weten scholen en bedrijven elkaar goed te vinden, en dat zorgt ervoor dat jongeren in contact blijven komen met de werelden van techniek en technologie. Dat is de belangrijkste verdienste van JetNet."

Een belangrijk principe van JetNet blijft overeind: "Neem de bètavakken als uitgangspunt en verrijk ze met context van technologische toepassingen. Natuurkunde verandert niet, maar de toepassing wel. Juist die context maakt het interessant," benadrukt Smit. Deze benadering zorgde ervoor dat jongeren een breder en realistischer beeld kregen van de technologische wereld en zo beter voorbereid hun keuzes konden maken.

De opgedane expertise en netwerken zullen blijven bijdragen aan het zichtbaar maken van technologie in het onderwijs. Het succes van JetNet leeft voort in regionale initiatieven die zorgen voor een blijvende verbinding tussen onderwijs en bedrijfsleven, waardoor jongeren een realistisch beeld krijgen van werken in de technologische sector.